Australië

Kangoeroes, koala's, wallabies, wombats, pelikanen, zeehonden, zeeleeuwen, pinguïns: de lijst is eindeloos. De allereerste drie dagen in Australië ooit, nu vijftien jaar geleden, staan in mijn geheugen gegrift. We waren op Kangaroo Island (bij Adelaide) en door puur toeval hoefden we de rondreis-met-gids die we geboekt hadden met niemand te delen, dus hadden we twee dagen lang een privégids/-chauffeur die ons het eiland liet zien. Wat een voorrecht om zoveel verschillende dieren in het echt (en in het wild) te kunnen bewonderen. Het voelde als een compleet andere wereld dan Nederland waar ik een hert op de Veluwe al een hoogtepunt vond. Drie weken reisden we rond door het zuiden en oosten van Australië. We reden via Grampians National Park over de Great Ocean Road naar Melbourne, vlogen naar de hoofdstad Canberra, pakten de trein naar Sydney waar we oud & nieuw vierden, en huurden nogmaals een auto om naar ons eindpunt Brisbane te rijden. Een vakantie die maar moeilijk te overtreffen was.
Sydney
Dat was toen, in 2009/2010. Nu vijftien jaar later kan ik haast nog niet geloven dat we nu zelf in dit prachtige land wonen. Onze emigratie naar de VS in 2013 vond ik al heel bijzonder en om zoiets nogmaals te beleven is grandioos. In november maakten we de oversteek van Chicago naar Sydney en streken we neer in Annandale, één van de 500 randgemeenten van deze miljoenenstad. Het visum dat we daarvoor nodig hadden was vorig jaar zomer in precies één maand rond, maar om Bucky en onze tweede poes Portia (die nog maar net een paar maanden bij ons woonde) hier te krijgen is een heel ander verhaal. Australië is als de dood voor de import van vreemde ziektes – en terecht – want dit continent is nog altijd rabiës- (hondsdol-)vrij en dat willen ze hier graag zo houden. In het voorjaar van 2024 begonnen we daarom al met de eerste screenings bij onze dierenarts in Amerika en pas mid-november kregen we het verlossende woord van de Australische overheid dat de twee welkom waren voor hun tiendaagse quarantaine in Melbourne. Toen de twee werden 'vrijgelaten' en bij ons nieuwe huis werden afgeleverd, kon het avontuur echt beginnen. Ik denk dat ik voor ons alle vier spreek, als ik zeg dat we inmiddels een klein beetje gewend zijn aan het rondlopen over de onderkant van de wereldbol.
Bloggen

Toen we elf jaar geleden in Chicago gingen wonen, vielen me – ondanks de globaliserende samenleving – verschillen op met Nederland die me grappig, interessant of bijzonder leken om te vertellen. Ik schreef over de immense winkels in Amerika, over fietsen op een Hollandse Gazelle en over het uitschrijven van cheques in de 21ste eeuw. Nu we 15.000 kilometer verderop zijn neergestreken, en ik voor veel zaken weer opnieuw 'het wiel moet uitvinden' beland ik ongetwijfeld weer in situaties die anders zijn dan in Amerika maar ook anders dan in Nederland. Dus ik stel voor om mijn blog te vervolgen, uiteraard onder een nieuwe naam: Sydnieuws! Ik hoop dat je blijft lezen.